Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlaten producties van Dexia.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, dat op 3 januari 2023 werd uitgesproken. De zaak betreft een effectenleaseovereenkomst die tot stand is gekomen via de tussenpersoon Spaar Select. De centrale vraag is of de afnemer door Spaar Select is geadviseerd zonder dat deze over de vereiste vergunning beschikte, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. Dexia vorderde een verklaring voor recht dat zij aan al haar verplichtingen heeft voldaan en niets meer aan de afnemer verschuldigd is. De kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen, wat Dexia in hoger beroep aanvecht.
Het hof heeft vastgesteld dat de effectenleaseovereenkomst tot stand is gekomen door bemiddeling van Spaar Select, die als effectenbemiddelaar optrad. Het hof oordeelt dat Dexia, door de advisering van Spaar Select, in strijd heeft gehandeld met de regelgeving omtrent effectenbemiddeling. Het hof concludeert dat Dexia niet voldoende heeft aangetoond dat er geen advies is verleend en dat de afnemer de overeenkomst is aangegaan na een gepersonaliseerde aanbeveling van Spaar Select. Dit leidt tot de conclusie dat de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand blijft, inclusief de restschuld en reeds betaalde kosten.
Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor financiële instellingen om zorgvuldig om te gaan met de advisering van klanten, vooral wanneer tussenpersonen betrokken zijn die mogelijk niet over de juiste vergunningen beschikken.