Uitspraak
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Centrale Administratieve Processen(hierna: de Inspecteur)
Staat der Nederlanden (Minister van Veiligheid en Justitie)te
Den Haag(hierna: de Staat)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
3.Geschil
- De nationale rechters – waaronder dit Hof en de Hoge Raad – mogen het Unierecht niet uitleggen. Uitsluitend het Hof van Justitie van de Europese Unie te Luxemburg (hierna: Hof van Justitie) is daartoe bevoegd en moet daarover worden bevraagd.
- Het (vooraf) heffen van griffierecht is in strijd met het Unierechtelijke beginsel van een effectieve en doeltreffende rechtsbescherming.
- De Rechtbank heeft in strijd met het Unierecht geoordeeld dat het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar ongegrond is.
- De Rechtbank heeft de proceskostenvergoeding in strijd met het discriminatieverbod te laag vastgesteld.
- Het Besluit proceskosten bestuursrecht is onverbindend.
- Indien de Inspecteur het betaalde griffierecht dient te vergoeden, moet rente worden vergoed over de periode vanaf het moment waarop het griffierecht is betaald.
- In hoger beroep is de redelijke termijn overschreden hetgeen moet leiden tot een vergoeding van immateriële schade.
4.Beoordeling van het geschil
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).