AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Schatting van wederrechtelijk verkregen voordeel in ontnemingszaak na criminele organisatie betrokkenheid
In deze ontnemingszaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De betrokkene was eerder onherroepelijk veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie en het hof heeft vastgesteld dat hij financieel voordeel heeft genoten uit deze activiteiten. Het hof heeft de aangetroffen valse bankbiljetten als uitgangspunt genomen voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, wat resulteerde in een schatting van € 1.013.557,92. Dit bedrag is gebaseerd op de rol van de betrokkene binnen de organisatie en de periode van betrokkenheid. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging in overweging genomen, maar heeft uiteindelijk besloten dat het wederrechtelijk verkregen voordeel voor de betrokkene op € 341.457,29 wordt geschat. Dit bedrag moet door de betrokkene aan de Staat worden betaald. De beslissing van de rechtbank is vernietigd en het hof heeft opnieuw recht gedaan, waarbij het de verplichting tot betaling aan de Staat heeft opgelegd. De betrokkene heeft geen overtuigende argumenten kunnen aanvoeren om de ontnemingsvordering te weerleggen, en de persoonlijke omstandigheden zijn niet voldoende om de gijzeling te matigen.
Voetnoten
1.Een (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2022 (proces-verbaalnummer 1021) (bevindt zich ‘los’ in het hofdossier, in het mapje aanvullende inhoudelijke stukken, opgemaakt ten tijde van hoger beroep)
2.Financieel dossier p. 1988 en verder
3.Financieel dossier, p. 1924
4.Financieel dossier p. 1769, 1771 en 1773
5.Financieel dossier p. 1841
6.Financieel dossier p. 1879
7.Financieel dossier p. 1880
8.Financieel dossier p. 1885
9.Financieel dossier p. 1885
10.Financieel dossier p. 1886
11.Financieel dossier p. 1887
12.Financieel dossier p. 1887
13.Financieel dossier p. 1888
14.Procesdossier p. 344
15.Procesdossier p. 1208, procesdossier p. 1882, 1883 en 1884, procesdossier p. 1710, procesdossier p. 2009-2010
16.Procesdossier p. 324
17.Zie voor de periodes van betrokkenheid de tabel op pagina 10 van dit arrest.
21.Procesdossier p. 2321-2328 en p. 636
22.[medeverdachte 3] is niet in hoger beroep gegaan. De beslissing in zijn ontnemingszaak is dus onherroepelijk. Het bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel ten aanzien van zijn persoon betreft hier een fictief bedrag en dient slechts ten behoeve van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de overige betrokkenen. Dit fictieve bedrag is hoger dan het door de rechtbank in zijn ontnemingszaak vastgestelde bedrag. Dit valt overigens in het voordeel uit van de overige betrokkenen.
23.[medeverdachte 8] heeft zijn hoger beroep ingetrokken. De beslissing in zijn ontnemingszaak is dus onherroepelijk. Het bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel ten aanzien van zijn persoon betreft hier een fictief bedrag en dient slechts ten behoeve van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de overige betrokkenen. Dit fictieve bedrag is hoger dan het door de rechtbank in zijn ontnemingszaak vastgestelde bedrag. Dit valt overigens in het voordeel uit van de overige betrokkenen.