Het hof heeft het door de betrokkene uit in de strafzaak bewezenverklaarde feiten wederrechtelijk verkregen voordeel geschat op een bedrag van € 108.981,21. Daartoe heeft het hof onder meer het volgende overwogen:
“Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van veroordeelde is het hof uitgegaan van voormeld arrest in de hoofdzaak en van het rapport van de politie Haaglanden met proces-verbaalnummer 1509/1009/3358 van 17 mei 2010. Het hof volgt de berekening van de rechtbank in het vonnis waarvan beroep, met dien verstande dat het hof zal uitgaan van twee transporten minder, omdat het hof - anders dan de rechtbank - de tenlastegelegde transporten op 21 april 2009 en op 20 januari 2009 niet bewezen heeft geacht in de hoofdzaak.
Het hof heeft in de aan deze ontnemingszaak ten grondslag liggende strafzaak onder laatstgenoemd parketnummer wettig en overtuigend (onder meer) bewezen verklaard dat veroordeelde tezamen en in vereniging met anderen op 2 augustus 2009, 7 juni 2009, 10 mei 2009, 8 april 2009, 9 februari 2009 en in december 2008 harddrugs heeft uitgevoerd naar Groot-Brittannië en dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie gericht op de export naar Groot Brittannië van harddrugs.
Bij het transport van 2 augustus 2009 is een partij van bijna 14 kilo heroïne aangetroffen en in beslag genomen. Dit transport heeft vanwege de inbeslagname op zichzelf geen wederrechtelijk voordeel gegenereerd. Het hof zal dit transport dan ook niet meennemen in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
(...)
Het hof gaat er bij gebreke van contra-indicaties van uit dat veroordeelde de verdovende middelen zelf heeft ingekocht en in de auto's heeft laten verstoppen door [medeverdachte]. [medeverdachte] heeft verklaard dat veroordeelde hem in verband met zijn werkzaamheden wel eens € 500,- heeft gegeven. Het hof gaat er op basis hiervan van uit dat veroordeelde aan [medeverdachte] voor elk transport een bedrag van € 500,- heeft betaald.
(...)
De veroordeelde heeft anderen de in de kokerbalken van auto's verstopte partijen verdovende middelen partijen naar Engeland laten vervoeren. Per partij neemt het hof als stelpost een bedrag van € 5.000,- op als kosten voor de vervoerders; dit nu de vervoerders behoudens [betrokkene 1] geen verklaring over hun tegemoetkoming hebben afgelegd en ook de veroordeelde niet heeft verklaard over de kosten voor het vervoer. Alleen [betrokkene 1] heeft op 16 maart 2010 verklaard dat hij van veroordeelde € 500,- heeft geleend en dat hij, toen bleek dat hij geen geld had om dit bedrag terug te betalen, zijn schuld heeft ingelost door een auto naar Engeland te brengen.
Gelet op het vorenstaande zal het hof derhalve (5 x € 500,-) + (5 x € 5.000,-) + (1 x € 500,-) =
€ 28.000,- als kosten voor personeel op het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde in mindering brengen.
De auto's met verdovende middelen werden op een afgesproken of van tevoren bekende plaats afgehaald en overgebracht naar Engeland. Nu niemand verklaart over vervoerskosten zal het hof als stelpost voor vervoerskosten € 1.000,- per transport bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde in mindering brengen. In casu komt het hof derhalve tot een totaal bedrag ter zake van vervoerskosten van (5 x € 1.000,- = ) € 5.000,-.
Nu uit het onderzoek is gebleken dat de veroordeelde voor zijn handel gebruik maakte van zijn privé telefoon brengt het hof geen telefoonkosten in mindering.
Overzicht kosten:
Kosten personeel: € 28.000,-
Kosten vervoer: € 5.000,- +
Totaal kosten: € 33.000,-
Het voordeel van de veroordeelde wordt als volgt berekend:
Verkoop Engeland: 63 kilo heroïne (groothandelsprijs) x € 15.587,- = € 981.981,-
Inkoop Nederland: 63 kilo heroïne (groothandelsprijs) x € 13.333,33 =
€ 839.999,79 -/-
Bruto winst: € 141.981,21
Totale kosten:
€ 33.000,- -/-
Netto wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde: € 108.981,21
Het hof ontleent derhalve aan de inhoud van voormelde bewijsmiddelen het oordeel, dat de veroordeelde door middel van het begaan van voormelde feiten een voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft genoten en had en dat dit voordeel moet worden geschat op netto € 108.981,21.”