Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Centrale administratieve processen(hierna: de Inspecteur)
Staat der Nederlanden(de Minister van Justitie en Veiligheid; hierna: de Minister)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
Horen in bezwaar’opgenomen: “
Indien u het niet eens bent met mijn voornemen, heeft u het recht om te worden gehoord. Hiertoe zal ik u een voorstel doen dan wel heeft u inmiddels een voorstel ontvangen.”
Betreft: Uitnodiging horen 12 februari 2018 (tweede uitnodiging)
Tijdens het hoorgesprek van afgelopen maandag, 19 februari 2018, stonden een aantal dossiers voor inzage/bespreking gepland. Op bijgaande lijst staan de dossiers vermeld. Zoals vermeld in de definitieve uitnodiging waren de dossiers van belanghebbende [naam4] B.V. (de heer [naam1] ) niet opgenomen. Er stonden wel dossiers op waar de heer [naam1] – naar eigen zeggen – op enigerlei wijze betrokken is; klanten van [naam4] B.V.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
- veroordeelt de Minister in de door belanghebbende geleden immateriële schade tot een bedrag van € 500,
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van de wettelijke rente over de door het Hof aan belanghebbende toegekende vergoeding van immateriële schade van € 500 vanaf vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van het Hof tot aan de dag van algehele voldoening,
- lstveroordeelt de Minister in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 534,
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van de wettelijke rente over de aan belanghebbende in hoger beroep toegekende vergoeding van proceskosten tot een bedrag van € 534 vanaf vier weken na de openbaarmaking van deze uitspraak van het Hof tot aan de dag van algehele voldoening,
- gelast dat de Minister aan belanghebbende het in verband met het hoger beroep betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 259,
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van de wettelijke rente over de vergoeding van het door belanghebbende in hoger beroep betaalde griffierecht van € 259 vanaf vier weken na de openbaarmaking van deze uitspraak van het Hof tot aan de dag van algehele voldoening.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).