In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin de rechtbank de aanslagen rioolheffing van de gemeente Nijmegen voor het jaar 2009 heeft bevestigd. De heffingsambtenaar had aan belanghebbende aanslagen opgelegd voor het genot van onroerende zaken die aangesloten zijn op het gemeentelijke rioleringsstelsel. Belanghebbende betwist de rechtmatigheid van deze aanslagen en stelt dat de rioolheffing in strijd is met de Gemeentewet, dat er sprake is van onredelijke en willekeurige belastingheffing, en dat de opbrengstlimiet is overschreden. Het Hof heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de heffingsambtenaar voldoende inzicht heeft verschaft in de geraamde baten en lasten, en dat de aanslagen terecht zijn opgelegd. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door de tweede meervoudige belastingkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 december 2015.