ECLI:NL:HR:2009:BD5477
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de rechtmatigheid van rioolrechtheffing door de gemeente Nijmegen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die betrekking heeft op aanslagen in het rioolrecht van de gemeente Nijmegen voor het jaar 2006. De gemeente had vier aanslagen opgelegd aan belanghebbende, die genothebbende was van verschillende onroerende zaken die aangesloten waren op de gemeentelijke riolering. Na bezwaar tegen de aanslagen, heeft de Rechtbank te Arnhem deze vernietigd, maar het Hof heeft in hoger beroep de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen voor verdere behandeling.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld, waarbij de Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de gemeente Nijmegen op basis van haar Verordening Rioolrecht 2006 recht had om rioolrecht te heffen van alle eigendommen die op de gemeentelijke riolering zijn aangesloten. De Hoge Raad oordeelt dat de Verordening niet onverbindend is en dat de gemeente vrij is om de heffingsmaatstaven te bepalen, mits deze in overeenstemming zijn met de Gemeentewet.
De Hoge Raad heeft de middelen van belanghebbende verworpen en geoordeeld dat er geen schending van het evenredigheidsbeginsel of andere rechtsbeginselen is. De uitspraak van het Hof wordt bevestigd, en het beroep in cassatie wordt ongegrond verklaard. De Hoge Raad heeft geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten.