Uitspraak
€ 250.000,00;
hij, verdachte, op een voor die [slachtoffer 1] dreigende wijze tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat hij en/of één of meer van zijn familieleden zouden worden gedood als hij niet binnen een gestelde termijn zou betalen, en
hij, verdachte, op een voor die [slachtoffer 1] dreigende wijze zich heeft opgehouden bij de woning en bij een locatie waar die [slachtoffer 1] op dat moment aanwezig was, en
op een voor die [slachtoffer 1] dreigende wijze een vuurwapen aan die [slachtoffer 1] is voorgehouden en op die [slachtoffer 1] is gericht, en
hij, verdachte, een dermate dreigende situatie voor die [slachtoffer 1] heeft gecreëerd en in stand gehouden, dat de vrees van die [slachtoffer 1] voor geweld van de zijde van de verdachte gerechtvaardigd was.
- in de strafzaak bewezen is verklaard dat de veroordeelde als pleger [slachtoffer 1] heeft afgeperst en dat [slachtoffer 1] in totaal ruim 17 miljoen euro heeft betaald;
- [slachtoffer 1] de afgeperste geldbedragen heeft gestort op bankrekeningen van [andere veroordeelde] en van bedrijven van [andere veroordeelde] overeenkomstig instructies van de veroordeelde;
- deze geldbedragen waren bestemd voor de veroordeelde en voor hem werden bewaard;
- uit de bewezenverklaring van feit 3 in het arrest in de strafzaak volgt dat [andere veroordeelde] en de veroordeelde zich schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van witwassen en dat hierin besloten ligt dat de veroordeelde, samen met [andere veroordeelde] , zeggenschap en beschikkingsmacht heeft gehad over de betrokken gelden.
2.Het door [slachtoffer 1] via [betrokkene S] betaalde bedrag van € 49.000,00
- uit de bewezenverklaring in de strafzaak blijkt van een afpersing van [slachtoffer 1] van een bedrag van € 50.000,00;
- uit de verklaringen van [betrokkene S] blijkt dat zij een enveloppe met geld aan de veroordeelde heeft gegeven;
- in de enveloppe oorspronkelijk een bedrag van € 50.000,00 zat;
- [betrokkene S] heeft verklaard dat zij € 1.000,00 uit de enveloppe heeft gehaald.
€ 49.000,00.
3.Het door [slachtoffer 1] via [betrokkene K] betaalde bedrag van € 250.000,00
- uit de bewezenverklaring in de strafzaak blijkt van een afpersing van [slachtoffer 1] van een bedrag van € 250.000,00;
- de veroordeelde dit bedrag contant wilde hebben;
- dit bedrag overeenkomstig de instructies door [broer van slachtoffer 1] is afgegeven aan [betrokkene K] ;
- [betrokkene K] hierbij namens de veroordeelde als ontvanger heeft gehandeld.
€ 250.000,00.
4.De gelden verkregen uit de afpersing van [slachtoffer 2] : € 90.756,00
hij verdachte, naar de woning van die [slachtoffer 2] is gegaan en die [slachtoffer 2] heeft gewaarschuwd voor een probleem dat die [slachtoffer 2] en diens zoon [zoon van slachtoffer 2] zouden hebben of kunnen krijgen in verband met de omgang van die [zoon van slachtoffer 2] met een meisje, en
hij, verdachte, en zijn mededaders op een later moment naar de woning van die [slachtoffer 2] zijn gegaan, hij, verdachte, tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat een persoon hem, [slachtoffer 2] , wilde spreken, en zijn mededader(s) dreigend tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd dat diens zoon [zoon van slachtoffer 2] een probleem had, dat er geld moest worden betaald en dat hij en zijn familieleden zouden worden gedood.
€ 90.756,00 [8] .
5.De gelden verkregen uit de afpersing van [slachtoffer 3] : € 500.000,00
naar de woning van die [slachtoffer 3] zijn gegaan en dreigend tegen die [slachtoffer 3] hebben gezegd dat hij dat geldbedrag moest betalen omdat anders zijn woning zou worden opgeblazen en hij, [slachtoffer 3] , en zijn familieleden zouden worden gedood, en
op een voor die [slachtoffer 3] dreigende wijze een vuurwapen aan die [slachtoffer 3] hebben getoond, en
dreigend die [slachtoffer 3] hebben toegesproken, en
die [slachtoffer 3] hebben meegenomen,
€ 500.000,00 [9] .
€ 889.756,00.
€ 884.756,00.
€ 889.756,00 (achthonderdnegenentachtigduizend zevenhonderdzesenvijftig euro).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 884.756,00 (achthonderdvierentachtigduizend zevenhonderdzesenvijftig euro).