Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Tussen partijen vaststaande feiten
Voorts heeft belanghebbende verzocht om vergoeding van de kosten van de bezwaarfase.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan [X] B.V. is opgelegd. De belanghebbende, vertegenwoordigd door mr.drs. J.M.C. Niederer, heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag, die was opgelegd omdat hij een verkeerd kenteken had ingevoerd bij het betalen van de parkeerbelasting. De heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam heeft het bezwaar gegrond verklaard en de naheffingsaanslag vernietigd, maar de rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de rechtbank de 15-maart-stukken niet in haar beschouwing had mogen betrekken, dat hij niet is gehoord in de bezwaarfase, en dat hij recht heeft op vergoeding van de kosten van de bezwaarfase. Het Hof oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar op goede gronden van het horen heeft afgezien, omdat aan het bezwaar volledig tegemoet is gekomen. Ook wordt geoordeeld dat de controle door scanauto's geen schending van artikel 8 EVRM oplevert, omdat het gaat om waarnemingen in de publieke ruimte. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.