ECLI:NL:CRVB:2025:63
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Weigering toekenning WIA-uitkering en schadevergoeding na heroverweging re-integratie-inspanningen
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen met ingang van 14 januari 2020, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Appellante heeft zich ziekgemeld op 16 januari 2018 en heeft in 2019 een vaststellingsovereenkomst getekend, waarin zij verklaarde arbeidsgeschikt te zijn. Na een herbeoordeling door het Uwv werd vastgesteld dat de re-integratie-inspanningen van de ex-werkgever onvoldoende waren, maar dit leidde niet tot een wijziging van de afwijzing van de WIA-aanvraag. Appellante heeft diverse schadevergoedingen ontvangen van het Uwv, maar haar verzoek om aanvullende schadevergoeding werd afgewezen. De rechtbank Overijssel heeft de eerdere besluiten van het Uwv bevestigd, en appellante heeft hoger beroep ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een inhoudelijke RIV-toets en dat de schadevergoeding die al was toegekend, voldoende was. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het verzoek om aanvullende schadevergoeding afgewezen. De redelijke termijn voor de procedure is overschreden, maar de reeds toegekende schadevergoeding voor deze overschrijding is als voldoende beoordeeld.