Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 december 2020, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 9 juni 2021, waarbij een bijeenkomst van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 17 augustus 2021, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
missed meetings and dismissal procedure’ heeft ING aan de werknemer laten weten dat laatstgenoemde niet is verschenen op een afspraak op 12 juli 2019 en dat het niet gelukt is een afspraak te maken. Ook is meegedeeld, aangezien de werknemer zich niet hield aan de ziekteverzuimregels, noch aan zijn verplichtingen in het re-integratieproces, dat ING het besluit had genomen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen en dat een deskundigenoordeel bij het UWV was aangevraagd, zodat een procedure voor de rechter kon worden gestart om de arbeidsovereenkomst te laten beëindigen.
heeft ING hier een klacht over ingediend. (…)
het achterstallige loon alsnog heeft uitbetaald en de transitievergoeding heeft betaald.
van achterstallig loon en een transitievergoeding.
en[de leidinggevende]
spreken boekdelen.
, het vele malen geen uitvoering geven aan de start en opbouw van de re-integratie, dan wel het op het laatste moment afzeggen – om soms futiele redenen – van afspraken, geven een duidelijk beeld van een werknemer die gedurende een zeer lange periode heeft dwarsgelegen en de re-integratie heeft gefrustreerd.
getroffen. Er had van ING kunnen worden verwacht dit klachtoordeel af te wachten. (…)
heeft verricht. Het UWV zal dan ook niet overgaan tot enige vergoeding aan ING.
3.Het geschil
4.De beoordeling
conditio sine qua non) tussen onrechtmatig handelen en schade moet in dit geval worden vastgesteld aan de hand van de vraag hoe het UWV zou hebben gehandeld indien het niet onrechtmatig had gehandeld. Daarbij moet een vergelijking worden gemaakt tussen de situatie zoals die zich in werkelijkheid heeft voorgedaan en de hypothetische situatie die zich zou hebben voorgedaan als de onrechtmatige gedraging (het gebrekkige deskundigenoordeel) achterwege was gebleven. Daarbij is niet beslissend of het UWV een deskundigenoordeel met eenzelfde conclusie
had kunnen geven, maar welk deskundigenoordeel zou zijn gegeven als wel zorgvuldig was gehandeld (vgl. ECLI:NL:HR:2016:1112).
2.148,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)