ECLI:NL:CRVB:2024:599
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van algemene bijstand ingevolge de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)
Deze zaak betreft de intrekking en terugvordering van algemene bijstand op basis van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Appellanten, een echtpaar dat zelfstandig ondernemer is, hebben de op hen rustende inlichtingenverplichting geschonden door geen melding te maken van hun inkomsten uit de verhuur van onroerend goed. Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft de huurinkomsten als inkomen aangemerkt, wat leidde tot de conclusie dat appellanten geen recht hadden op bijstand. Appellanten zijn het hier niet mee eens en stellen dat hun huurinkomsten verrekend moeten worden met hun negatieve bedrijfsresultaat. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt echter dat het college terecht het recht op bijstand heeft vastgesteld op basis van het maandelijkse inkomen en dat er geen ruimte is voor verrekening van de hypotheekkosten met de huurinkomsten. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet, omdat de situatie van appellanten niet vergelijkbaar is met die van directeur-grootaandeelhouders van een BV. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die het beroep van appellanten ongegrond heeft verklaard.