ECLI:NL:CRVB:2024:2253
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag algemene bijstand op basis van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) in verband met arbeidsongeschiktheidsuitkering
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag om algemene bijstand ingevolge de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo). De appellant, een zelfstandige, ontving een arbeidsongeschiktheidsuitkering die hoger was dan de voor hem geldende bijstandsnorm voor gehuwden. Het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg heeft de aanvraag afgewezen, omdat de uitkering als inkomen in aanmerking moet worden genomen volgens de Participatiewet (PW) en de Tozo. De appellant is het hier niet mee eens en stelt dat zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering moet worden gezien als onderdeel van zijn winst uit onderneming, die negatief was. De rechtbank heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard en de afwijzing van de aanvraag in stand gelaten. De Raad voor de Rechtspraak bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat de afwijzing terecht is, omdat de appellant niet voldoet aan de voorwaarden voor bijstandsverlening. De Raad benadrukt dat alleen positief inkomen uit de onderneming relevant is voor de bijstandsverlening en dat de appellant geen recht heeft op bijstand omdat zijn uitkering hoger is dan de bijstandsnorm.