ECLI:NL:CRVB:2023:1488
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake NOW-subsidies en terugvordering van voorschotten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de vaststelling van NOW-subsidies (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid) voor een stichting die een aanvraag had ingediend voor tegemoetkomingen in de loonkosten. De stichting had in 2020 aanvragen ingediend voor de NOW-1 en NOW-2, maar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid had de definitieve tegemoetkomingen vastgesteld en een deel van de voorschotten teruggevorderd. De rechtbank had het beroep van de stichting tegen de vaststelling van de NOW-1 ongegrond verklaard, maar het beroep tegen de NOW-2 gegrond verklaard, wat leidde tot een nieuwe beslissing van de minister. De Centrale Raad oordeelde dat de minister bij de vaststelling van de subsidies de juiste procedure had gevolgd en dat de belangenafweging die de minister had gemaakt niet onevenredig was. De Raad bevestigde de eerdere beslissingen van de minister en oordeelde dat de stichting de te veel betaalde voorschotten moest terugbetalen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging bij de toepassing van de NOW-regeling, vooral in situaties waarin de loonsom lager uitvalt dan verwacht.