ECLI:NL:CRVB:2022:2207
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- E.C.E. Marechal
- S.T.P.H. Palmen
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand op basis van discretionaire bevoegdheid en evenredigheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening en terugvordering van bijstand aan appellante door het college van burgemeester en wethouders van Groningen. De Raad oordeelde dat de herziening en terugvordering van de bijstand terecht was, en dat de uitkomst van de belangenafweging niet in strijd was met het evenredigheidsbeginsel. Appellante had eerder bijstand ontvangen op basis van de Participatiewet, maar het college had vastgesteld dat zij in 2016, 2017 en 2018 te veel bijstand had ontvangen. De Raad concludeerde dat het college de bijstand had herzien en teruggevorderd op basis van de wettelijke bepalingen van de PW, zonder dat er sprake was van een schending van de inlichtingenverplichting. De Raad volgde daarbij de eerder geformuleerde toetsingskaders van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad oordeelde dat de terugvordering een noodzakelijk en geschikt middel was om de goede besteding van gemeenschapsgeld te waarborgen. De persoonlijke omstandigheden van appellante, waaronder haar medische aandoeningen, waren meegewogen in de belangenafweging, maar de Raad oordeelde dat deze niet leidden tot een onevenwichtige uitkomst. De uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland werd bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd ongegrond verklaard.