ECLI:NL:CRVB:2023:1408
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering na medisch onderzoek in Turkije en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het besluit van 3 mei 2022 van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), waarbij een WIA-uitkering aan appellant werd geweigerd. Appellant, die in Turkije woont, had zich op 20 februari 2017 ziekgemeld en verzocht om een WIA-uitkering. Het Uwv had een medisch onderzoek in Turkije laten uitvoeren, maar appellant betwistte de zorgvuldigheid van dit onderzoek, omdat hij niet door een Nederlandse verzekeringsarts was onderzocht. De Raad oordeelde dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op minder dan 35% had vastgesteld. De Raad concludeerde dat het medisch onderzoek in Turkije, uitgevoerd door een niet-gespecialiseerde arts, niet onzorgvuldig was, omdat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende rekening had gehouden met de medische informatie en klachten van appellant. De Raad bevestigde dat de FML (Functionele Mogelijkhedenlijst) correct was vastgesteld en dat er geen aanleiding was voor een aanvullend fysiek onderzoek. De uitspraak benadrukt dat de zorgvuldigheid van het onderzoek gewaarborgd moet zijn, maar dat de specifieke omstandigheden van het geval, zoals het wonen in het buitenland, ook in acht moeten worden genomen. De Raad verklaarde het beroep van appellant ongegrond en bevestigde de weigering van de WIA-uitkering.