ECLI:NL:CRVB:2020:3519
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag peiljaarverlegging eigen bijdrage zorg op basis van inkomensgegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellante, die zorg ontving op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz), had een aanvraag ingediend bij het CAK om haar eigen bijdrage voorlopig vast te stellen op basis van de inkomensgegevens over het lopende jaar. Deze aanvraag werd door het CAK afgewezen, wat leidde tot bezwaar en uiteindelijk tot een rechtszaak.
De Raad heeft vastgesteld dat het CAK de eigen bijdrage correct had berekend volgens de geldende regels van het Besluit langdurige zorg (Blz) en de Regeling langdurige zorg (Rlz). De appellante voerde aan dat zij na betaling van haar kosten te weinig zak- en kleedgeld overhield en dat het CAK geen rekening had gehouden met haar werkgerelateerde kosten. De Raad oordeelde echter dat de regels dwingendrechtelijk en limitatief zijn, en dat er geen ruimte is voor het CAK om af te wijken van deze regels, zelfs niet in het geval van bijzondere omstandigheden.
De Raad concludeerde dat de appellante niet in aanmerking kwam voor peiljaarverlegging en dat de door haar aangevoerde omstandigheden geen bijzondere situatie vormden die een afwijking van de regels rechtvaardigde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.