ECLI:NL:CRVB:2020:2378
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor aanvangskosten bewindvoerder
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Het dagelijks bestuur van het Werkplein Fivelingo had een aanvraag om bijzondere bijstand voor aanvangskosten van een bewindvoerder afgewezen. Betrokkene, die onder bewind was gesteld, had deze kosten aangevraagd na de benoeming van de bewindvoerder Y. Het dagelijks bestuur stelde dat de kosten niet noodzakelijk waren, omdat de bewindvoerder deze nog niet in rekening had gebracht en betrokkene ook had kunnen kiezen voor haar voormalig curator als bewindvoerder.
De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het dagelijks bestuur opgedragen om een nieuw besluit te nemen. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat het dagelijks bestuur geen beoordelingsruimte had om de noodzakelijkheid van de kosten te beoordelen, aangezien de noodzaak was vastgesteld door de kantonrechter in de beschikking van 16 september 2016. De Raad benadrukte dat de kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden en dat het dagelijks bestuur zich moest houden aan de beschikking van de kantonrechter.
De Raad oordeelde verder dat het dagelijks bestuur niet kon volstaan met de stelling dat er ruimte was om de noodzaak van de kosten te beoordelen, omdat de situatie van betrokkene niet vergelijkbaar was met andere gevallen. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en veroordeelde het dagelijks bestuur in de proceskosten van betrokkene, die werden vastgesteld op € 1.050,-. Tevens werd griffierecht geheven van € 508,-.