ECLI:NL:CRVB:2015:1654
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de kosten voor beheer van een persoonsgebonden budget in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de aanvraag van betrokkene voor bijzondere bijstand voor de kosten van beheer van een persoonsgebonden budget (pgb) door een bewindvoerder. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de kosten voor bewindvoering onder de bijzondere bijstand vallen, maar de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak vernietigd. De Raad oordeelt dat de kosten voor het beheer van een pgb niet als noodzakelijke kosten kunnen worden aangemerkt, omdat betrokkene ook had kunnen kiezen voor zorg in natura (ZIN). De Raad stelt vast dat de AWBZ en de Regeling subsidies AWBZ niet als voorliggende voorzieningen kunnen worden beschouwd voor de kosten van bewindvoering. De Raad concludeert dat de kosten waarvoor bijzondere bijstand is aangevraagd, niet noodzakelijk zijn en dat de aanvraag om bijzondere bijstand terecht is afgewezen, zij het op onjuiste gronden. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit blijven in stand, wat betekent dat betrokkene geen recht heeft op de aangevraagde bijzondere bijstand.