ECLI:NL:CRVB:2019:2945
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijzondere bijstand en dwangsomverzoek tegen college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis
Op 10 september 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep van appellante tegen het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis. De zaak betreft een verzoek om bijzondere bijstand voor griffierecht en een verzoek om veroordeling tot schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente. Appellante had eerder bezwaar gemaakt tegen besluiten van het college, maar het college verklaarde deze bezwaren niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang. De Raad oordeelde dat appellante geen procesbelang had, omdat de rechtbank Rotterdam eerder had geoordeeld dat het griffierecht aan haar moest worden terugbetaald. De Raad bevestigde dat een louter principieel belang niet voldoende is voor procesbelang. Daarnaast werd geoordeeld dat het college geen dwangsom verschuldigd was, omdat appellante het college in gebreke had gesteld voordat de beslistermijn was verstreken. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.