Uitspraak
18.4505 AW, 18/6263 AW, 18/6519 AW
18 juli 2018, 18/331 (aangevallen uitspraak)
mr. P.J.C. Garrels en C. Krooder. Betrokkene is verschenen, bijgestaan door mr. Kuijper en mr. M.C. Noordergraaf. In de gevoegde zaken wordt heden afzonderlijk uitspraak gedaan.
OVERWEGINGEN
12 december 2016 een aanvraag ingediend om ontheffing van werkzaamheden
(18-maandenregeling/remplaçantenregeling) als bedoeld in artikel 55aa van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp), zoals dit luidde direct voorafgaand aan 1 juni 2016.
.De korpschef heeft daarin erkend dat bij vertrek van betrokkene een formatieplaats vrijkomt. Er wordt echter niet voldaan aan de voorwaarde dat op deze formatieplaats een herplaatsingskandidaat kan worden geplaatst. Uit onderzoek is gebleken dat de functie van betrokkene geen passende plek is voor een van de 22 herplaatsingskandidaten.
pre-herplaatsingskandidaat is aangewezen, door het bevoegd gezag op diens verzoek ontheven van werkzaamheden, met behoud van aanspraken tot het einde van zijn loopbaan indien
artikel 55aa van het Barp, zoals dit luidde direct voorafgaand aan 1 juni 2016, is voldaan beoordelingsvrijheid heeft. Een op grond van dit artikel genomen besluit kan daarom slechts terughoudend worden getoetst. Die toetsing is beperkt tot de vraag of gezegd moet worden dat het bestuursorgaan niet in redelijkheid tot zijn oordeel heeft kunnen komen.
1 juli 2016 zijn aangewezen als herplaatsingskandidaat. Pas vanaf dat moment konden er afspraken worden gemaakt met de herplaatsingskandidaten over het te volgen herplaatsingstraject, onder begeleiding van de mobiliteitsadviseurs. Daarnaast heeft de politieorganisatie in fase 2, zoals ook blijkt uit het document “Handelswijze eenheden in balans brengen formatie en bezetting”, instrumenten als horizontale mobiliteit, interne teammobiliteit en vacaturestelling ingezet om de formatie en bezetting in balans te brengen door over- en onderbezetting op te lossen. Verder blijkt uit de brieven van 16 december 2016 en 3 maart 2017 aan betrokkene dat de korpschef zich zag geconfronteerd met een groot aantal aanvragen om ontheffing van werkzaamheden terwijl er in die periode meer vacatures waren dan herplaatsingskandidaten. In dit licht bezien acht de Raad het niet onredelijk dat de korpschef eerst heeft getracht om zoveel mogelijk herplaatsingskandidaten te plaatsen op openstaande vacatures en er vervolgens bij de inhoudelijke beoordeling van de tot dan toe ingediende aanvragen voor heeft gekozen om een peildatum te hanteren om te bewerkstellingen dat die aanvragen op gelijke wijze worden behandeld. De gekozen peildatum van 1 juni 2017 kan in dit geval de rechterlijke toets doorstaan. Hierbij betrekt de Raad dat die datum is gelegen op een datum kort voor het nemen van het primaire besluit van 12 juli 2017, waardoor het besluit is gebaseerd op recente informatie over de formatie en bezetting.
.Betrokkene heeft ter zitting toegelicht dat hij niet beoogt dat de korpschef bij de motivering persoonsgegevens zoals de namen van de betrokken herplaatsingskandidaten noemt, maar wel dat per herplaatsingskandidaat wordt toegelicht waarom de plek van betrokkene op de peildatum geen passende plek is. Dit betoog slaagt. De door de korpschef gegeven motivering is, zoals de korpschef ter zitting heeft toegelicht, een samenvatting van het overzicht van het Landelijk Mobiliteitscentrum. De korpschef heeft op basis van dat overzicht in het bestreden besluit in zeer algemene bewoordingen en in categorieën omschreven waarom geen sprake is van een passende plek en daarbij het aantal herplaatsingskandidaten genoemd. Daarmee biedt de korpschef onvoldoende inzicht in de concrete redenen die ertoe hebben geleid tot de conclusie dat geen enkele herplaatsingskandidaat op de formatieplaats van betrokkene had kunnen worden geplaatst en op basis waarvan de aanvraag van betrokkene is afgewezen. Ten slotte blijkt uit het nadere besluit niet duidelijk welke herplaatsingskandidaten uit het nadere onderzoek naar voren zijn gekomen voor de peildatum 1 juni 2017. Het nadere besluit is daarom in strijd met het motiveringsbeginsel.