ECLI:NL:CRVB:2019:3798
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanvraag ontheffing van werkzaamheden door ambtenaar bij politie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, een ambtenaar bij de politie, had een aanvraag ingediend voor ontheffing van werkzaamheden op basis van de 18-maandenregeling. De korpschef had deze aanvraag afgewezen, met als argument dat op de peildatum van 1 juni 2017 niet voldaan was aan de voorwaarden voor ontheffing. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak vernietigd. De Raad oordeelde dat de korpschef de aanvraag had moeten beoordelen op basis van de situatie op de peildatum en dat de korpschef in zijn besluitvorming niet de juiste maatstaven had gehanteerd. De Raad heeft de korpschef opgedragen om opnieuw op het bezwaar van de appellant te beslissen, met inachtneming van de uitspraak van de Raad. Tevens is de korpschef veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die in totaal € 2.048,- bedragen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van aanvragen en het hanteren van de juiste peildatum in bestuursrechtelijke procedures.