ECLI:NL:CRVB:2019:209
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding wegens onrechtmatige besluitvorming door het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 januari 2019 uitspraak gedaan over een verzoek van een werkgever (verzoekster) om schadevergoeding wegens onrechtmatige besluitvorming door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De verzoekster had schade geleden als gevolg van de gang van zaken rondom de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst, waarbij het dienstverband van een werknemer was geëindigd. De verzoekster stelde dat de lange periode die met de totstandkoming van deze overeenkomst gemoeid was, terug te voeren was op onrechtmatige besluiten van het Uwv. De Raad oordeelde echter dat verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat er een causaal verband bestond tussen de besluiten van het Uwv en de door haar geclaimde schade. De Raad concludeerde dat de voortzetting van het dienstverband na 17 oktober 2014 vooral te wijten was aan eigen keuzes van verzoekster in samenspraak met de werknemer. De schade die verzoekster stelde te hebben geleden, stond niet in een zodanig verband met de besluiten van het Uwv dat deze aan het Uwv kon worden toegerekend. De Raad wees het verzoek om schadevergoeding af en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.