Uitspraak
OVERWEGINGEN
12 oktober 2015 blijkt dat dit niet het geval was. Daaraan is ten onrechte voorbijgegaan en het Uwv heeft nagelaten daarnaar nader onderzoek te doen. Appellante acht zich niet opnieuw tot loondoorbetaling verplicht en heeft verzocht het Uwv te veroordelen tot vergoeding van de geleden schade.
17 oktober 2014 tot loondoorbetaling aan werknemer gehouden was.
24 maart 2014 en de mededelingen van werknemer aan de verzekeringsarts op 11 maart 2014 en zijn mededelingen aan de arbeidsdeskundigen in maart 2014 en op 15 januari 2015.
€ 501,- per punt, totaal € 2.505,-.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 13 juli 2015, voor zover daarbij is gehandhaafd dat de WIA-uitkering niet tot uitbetaling komt en de berekening van de uitkering volgt uit de “Toelichting en berekening” van het besluit van 2 februari 2015, waarin is vermeld dat het maandinkomen van € 2.673,51 op het WIA-maandloon in mindering wordt gebracht en de uitkering daardoor € 0,00 is;
- herroept het besluit van 2 februari 2015 voor zover daarbij is beslist dat de WIA-uitkering niet tot uitbetaling komt en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde deel van het besluit van 13 juli 2015;
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 2.505,-;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van werknemer tot een bedrag van € 1.503,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 834,-. vergoedt;
- bepaalt dat het onderzoek wordt heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over de door appellante gevraagde schadevergoeding.
A.T. de Kwaasteniet als leden, in tegenwoordigheid van H. Achtot als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 januari 2018.