ECLI:NL:CRVB:2018:3747
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter E.J.M. Heijs in hoger beroep WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 november 2018 een wrakingsverzoek van een verzoeker behandeld. De verzoeker had eerder een wrakingsverzoek ingediend tegen rechter E.J.M. Heijs, omdat hij in een andere zaak betreffende een WIA-uitkering ongelijk had gekregen. De Raad heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet in behandeling kan worden genomen, omdat het verzoeker niet is gelukt om voldoende onderbouwing te geven voor zijn claim van partijdigheid. De Raad heeft opgemerkt dat verzoeker in het verleden al meerdere wrakingsverzoeken heeft ingediend, die allemaal zijn afgewezen of buiten behandeling zijn gesteld. Dit wijst op een patroon van misbruik van het recht om wrakingsverzoeken in te dienen. De Raad heeft ook verwezen naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat een onwelgevallige uitspraak van een rechter in een eerdere zaak op zichzelf geen grond kan zijn voor wraking. De beslissing om het wrakingsverzoek niet in behandeling te nemen is genomen om ongerechtvaardigd oponthoud te voorkomen en is gebaseerd op artikel 8:18 van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat een wrakingsverzoek behandeld moet worden door een meervoudige kamer waarin de gewraakte rechter geen zitting heeft. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.