ECLI:NL:CRVB:2018:3029
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toetsing van het recht op dubbele kinderbijslag voor kinderen met autisme en de rol van het CIZ in de zorgbehoefte beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van de afwijzing van dubbele kinderbijslag voor de kinderen van appellante, die gediagnosticeerd zijn met PDD-NOS en het syndroom van Asperger. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had eerder besloten dat de kinderen geen recht hadden op dubbele kinderbijslag, omdat zij niet voldeden aan de voorwaarden voor intensieve zorg zoals vastgesteld in het Beoordelingskader Buk. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat het Beoordelingskader te streng is en dat haar kinderen wel degelijk intensieve zorg nodig hebben.
De Raad heeft vastgesteld dat de adviezen van het CIZ, die de basis vormden voor de besluiten van de Svb, zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De Raad heeft de argumenten van appellante niet overtuigend geacht, omdat zij geen nieuwe bewijsstukken heeft overgelegd die haar standpunt onderbouwen. De Raad heeft ook benadrukt dat het Beoordelingskader niet als beleidsregel kan worden aangemerkt, maar als een vaste gedragslijn kan worden beschouwd. De Raad heeft geconcludeerd dat de zorgscores die door het CIZ zijn vastgesteld, juist zijn en dat er geen aanleiding is om de eerdere uitspraken van de rechtbank te herzien.
De Centrale Raad van Beroep heeft de hoger beroepen van appellante afgewezen en de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd. De Raad heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat er geen aanleiding voor was.