Uitspraak
18.3551 AKW
OVERWEGINGEN
intensievemedische
specialistischeverpleging in de thuissituatie; het betreft hier de intensieve kindzorg volgens de Zvw. Het gaat dan om de volgende twee situaties:
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante op 15 oktober 2016 een aanvraag ingediend bij de Sociale verzekeringsbank (Svb) voor dubbele kinderbijslag voor haar dochter, die gediagnosticeerd is met diabetes mellitus type 1. De Svb heeft de aanvraag op 15 februari 2017 afgewezen, en dit besluit werd later door de rechtbank Amsterdam bevestigd. De rechtbank oordeelde dat de Svb terecht het Beoordelingskader BUK 2016 als uitgangspunt had genomen en dat de dochter van appellante geen intensieve zorg nodig had, wat een vereiste is voor het recht op dubbele kinderbijslag.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellante behandeld. Tijdens de zitting op 19 augustus 2020 heeft appellante, bijgestaan door haar advocaat, haar standpunt toegelicht. De Svb heeft een verweerschrift ingediend en werd vertegenwoordigd door een advocaat en medewerkers van het CIZ. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak vastgesteld, waaronder de afwijzing van de aanvraag door de Svb en de daaropvolgende rechtsgang.
De Raad concludeert dat de zorgscore van de dochter op de peildatum 1 oktober 2016 op twee punten was vastgesteld, wat niet voldeed aan de vereiste score van vier punten voor het recht op dubbele kinderbijslag. De Raad bevestigt dat de Svb de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat er geen sprake was van intensieve zorg zoals gedefinieerd in de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.