ECLI:NL:CRVB:2020:2356
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering dubbele kinderbijslag wegens gebrek aan intensieve zorg
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellante had een aanvraag ingediend voor dubbele kinderbijslag voor haar dochter, die gediagnosticeerd is met diabetes mellitus type 1. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had de aanvraag afgewezen, omdat de dochter volgens de Svb geen intensieve zorg nodig had en niet voldeed aan de voorwaarden voor dubbele kinderbijslag. De zorgscore van de dochter was op de peildatum vastgesteld op drie punten, terwijl voor toekenning van dubbele kinderbijslag een score van minimaal vijf punten vereist is.
De rechtbank had de beslissing van de Svb bevestigd, waarbij werd gesteld dat het Beoordelingskader BUK 2016 als uitgangspunt kon dienen voor de beoordeling van de zorgbehoefte. De medisch adviseur van CIZ had aangegeven dat er geen noodzaak was voor permanente aanwezigheid bij de handelingen in het kader van de lichaamshygiëne en dat er geen score werd toegekend voor het item eten en drinken. Appellante betwistte deze bevindingen en stelde dat haar dochter wel degelijk intensieve zorg nodig had.
De Raad heeft de argumenten van appellante overwogen, maar kwam tot de conclusie dat de Svb terecht had geoordeeld dat er geen sprake was van intensieve zorg. De Raad bevestigde dat de zorgscore van drie punten onvoldoende was voor de toekenning van dubbele kinderbijslag. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.