ECLI:NL:CRVB:2020:350
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Recht op dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg voor kinderen met beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of appellante recht heeft op dubbele kinderbijslag voor haar zoon, die is aangewezen op intensieve zorg. De zoon van appellante, geboren in 2004, heeft verschillende diagnoses waaronder PDD-NOS, ADHD en epilepsie. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had eerder bepaald dat er geen recht op dubbele kinderbijslag bestond, omdat de zorgscore van de zoon niet voldeed aan de vereisten. Appellante betoogde dat het Beoordelingskader te streng is en dat haar zoon meer zorg nodig heeft dan een gezond kind van dezelfde leeftijd. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad.
De Raad oordeelde dat volgens de wetgeving recht op dubbele kinderbijslag alleen bestaat als een kind is aangewezen op intensieve zorg, wat inhoudt dat het kind ernstig beperkt is in het dagelijks functioneren. De Raad volgde de argumentatie van de Svb en de rechtbank dat de zorgscore van de zoon niet voldeed aan de criteria voor intensieve zorg. De Raad bevestigde dat het Beoordelingskader als uitgangspunt kan dienen voor de beoordeling van aanvragen om dubbele kinderbijslag. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, zonder veroordeling in proceskosten.