ECLI:NL:CRVB:2021:2365
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake dubbele kinderbijslag voor kind met diabetes mellitus type 1
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een aanvraag voor dubbele kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) voor de dochter van betrokkene, die gediagnosticeerd is met diabetes mellitus type 1. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had de aanvraag afgewezen, stellende dat er geen intensieve zorg nodig was en dat de zorgscore van de dochter niet voldeed aan de vereisten voor dubbele kinderbijslag. Betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij de rechtbank de Svb in het ongelijk stelde en de aanvraag alsnog goedkeurde.
De Svb heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat het advies van het CIZ niet zonder meer aan het bestreden besluit ten grondslag mocht worden gelegd. De Raad heeft de argumenten van de Svb beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank inderdaad onterecht had overwogen dat er sprake was van een zorgbehoefte die recht gaf op dubbele kinderbijslag. De Raad oordeelde dat de medische adviezen van het CIZ voldoende onderbouwd waren en dat er geen noodzaak was voor continue begeleiding tijdens de maaltijden, zoals betrokkene had aangevoerd.
De Raad heeft het beroep van de Svb gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van betrokkene ongegrond verklaard. De Raad benadrukte dat de beoordeling van zorgbehoeften altijd individueel moet plaatsvinden en dat eerdere uitspraken in vergelijkbare zaken niet automatisch van toepassing zijn op deze zaak. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 22 september 2021.