In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante ontving sinds 18 november 2010 bijstand op basis van de Participatiewet. Na een melding van de politie over een hennepkwekerij op haar uitkeringsadres, heeft de Sociale Recherche Twente onderzoek gedaan. Dit leidde tot de intrekking van de bijstand over een bepaalde periode en een terugvordering van de gemaakte kosten. Appellante heeft betoogd dat zij geen inkomsten uit de hennepkwekerij heeft gehad, maar dat deze door een ander werd geëxploiteerd. De Raad oordeelde dat appellante de op haar rustende inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van de hennepkwekerij en de opbrengsten daarvan. De Raad heeft de eerdere beslissing van het college om de bijstand in te trekken en de boete op te leggen, bevestigd, maar de hoogte van de boete verlaagd. De Raad heeft geoordeeld dat de schending van de inlichtingenverplichting niet opzettelijk was, waardoor de boete werd vastgesteld op € 1.195,80. Tevens is het college veroordeeld in de kosten van appellante, die in totaal € 3.006,- bedragen.