Uitspraak
17.984 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt de Svb in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.002,-;
- bepaalt dat van de Svb een griffierecht van € 501,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van de Sociale verzekeringsbank (Svb) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Svb had de AIO-aanvulling van betrokkene ingetrokken op basis van het feit dat zijn vermogen boven de grens van € 5.920,- uitkwam. Betrokkene ontkende echter dat hij het besluit tot intrekking had ontvangen, wat leidde tot een geschil over de bewijsvoering van de verzending van het besluit. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en de Svb opgedragen een nieuw besluit te nemen, omdat de Svb niet aannemelijk had gemaakt dat het besluit daadwerkelijk was verzonden. In hoger beroep voerde de Svb aan dat zij wel degelijk had aangetoond dat het besluit was verzonden, maar de Raad oordeelde dat de Svb niet voldoende bewijs had geleverd voor de verzending. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en veroordeelde de Svb in de proceskosten van betrokkene, die zijn vastgesteld op € 1.002,-. Tevens werd er griffierecht geheven van € 501,- van de Svb.