Uitspraak
OVERWEGINGEN
1.6. Bij besluit van 24 februari 2015 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar tegen het besluit van 29 augustus 2014 ongegrond verklaard en het bezwaar van appellant tegen de besluiten van 10 oktober 2014 gegrond verklaard. Tevens heeft het Uwv, rekening houdende met de vijf uren per week die appellant bij [naam bedrijf] werkte en het door appellant in bezwaar overgelegde overzicht van dagen waarop hij niet aanwezig zou zijn geweest bij [naam bedrijf], de WW-uitkering opnieuw herzien en het terug te vorderen bedrag vastgesteld op € 21.677,40 bruto en het bedrag van de boete nader vastgesteld op € 1.000,-.
BESLISSING
A.I. van der Kris als leden, in tegenwoordigheid van J.W.L. van der Loo als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 9 augustus 2017.