Uitspraak
21 mei 2015, 14/8475 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
BESLISSING
hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
Centrale Raad van Beroep
Op 18 juli 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een zaak betreffende voormalige ambtenaren van het ministerie van Defensie die een inkomensverlies ondervinden door de verhoging van de AOW-leeftijd. De Raad oordeelde dat de beëindiging van een wachtgelduitkering bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar, in combinatie met de toekenning van een maandelijkse tegemoetkoming, een verboden onderscheid naar leeftijd vormt. Dit oordeel volgt op een hoger beroep van zowel de betrokken ambtenaar als de Minister van Defensie tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had geoordeeld dat de minister verboden onderscheid naar leeftijd had gemaakt door het wachtgeld van de ambtenaar te beëindigen op het moment dat hij 65 jaar werd, terwijl hij nog niet in aanmerking kwam voor AOW. De Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de minister een nieuwe beslissing op het bezwaar van de ambtenaar moet nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de uitspraak van de Raad. De Raad benadrukte dat het recht op wachtgeld een arbeidsvoorwaarde is en dat het beëindigen daarvan op basis van leeftijd niet gerechtvaardigd kan worden. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de behandeling van ambtenaren die getroffen worden door de verhoging van de AOW-leeftijd en de daarmee samenhangende inkomensderving.