ECLI:NL:RBROT:2017:6042
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van wachtgeld aan burgerambtenaren bij Defensie en de gevolgen van de verhoging van de AOW-leeftijd
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een voormalige burgerambtenaar bij Defensie, en de minister van Defensie. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de minister waarbij haar wachtgelduitkering op grond van het Wachtgeldbesluit burgerlijke ambtenaren defensie (Wbad) was toegekend tot haar 65e verjaardag, waarna deze zou eindigen. Eiseres stelde dat haar wachtgelduitkering door moest lopen tot haar AOW-leeftijd, en dat de beëindiging van het wachtgeld op 65-jarige leeftijd een ongeoorloofd onderscheid naar leeftijd opleverde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister, in overeenstemming met eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), een pakket aan compenserende maatregelen had getroffen, waaronder een tegemoetkoming voor het AOW-hiaat en een compensatie voor het vervroegd ingaan van het ouderdomspensioen. De rechtbank oordeelde dat deze maatregelen toereikend waren en dat er geen sprake was van verboden onderscheid naar leeftijd. Eiseres voerde ook aan dat er een verboden onderscheid naar burgerlijke staat bestond, maar de rechtbank volgde deze redenering niet. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde de minister tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.