Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt appellant in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van € 980,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstand van betrokkene, die sinds 1 januari 2012 bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). De intrekking vond plaats na een huisbezoek waarbij vijf hennepplanten werden aangetroffen. De gemeente Amsterdam, als appellant, stelde dat betrokkene de inlichtingenverplichting had geschonden door geen melding te maken van de hennepplanten. De politie had echter eerder vastgesteld dat de teelt voor eigen gebruik was en de gemeente had geen aanvullend onderzoek gedaan om aan te tonen dat betrokkene inkomsten uit de teelt had. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam had het besluit van de gemeente vernietigd, omdat deze niet aannemelijk had gemaakt dat betrokkene beroepsmatig handelde. In hoger beroep bevestigde de Centrale Raad van Beroep deze uitspraak, met de overweging dat de gemeente niet had aangetoond dat er sprake was van oncontroleerbare inkomsten uit de teelt van hennep. De Raad benadrukte dat de last om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor intrekking was voldaan, op de gemeente rustte. De Raad oordeelde dat de aangetroffen situatie niet automatisch leidde tot de conclusie dat betrokkene de inlichtingenverplichting had geschonden, vooral omdat de gemeente geen specifieke vragen had gesteld over de hennepplanten. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en veroordeelde de gemeente in de proceskosten van betrokkene.