ECLI:NL:CRVB:2015:78
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van WIJ-inkomensvoorziening en bijstand wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant, die een inkomensvoorziening op grond van de Wet investeren in jongeren (WIJ) ontving, had zijn hoofdverblijf niet op het opgegeven uitkeringsadres. Dit leidde tot de intrekking van zijn uitkeringen en de terugvordering van eerder betaalde bedragen. De Raad heeft vastgesteld dat het dagelijks bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek terecht heeft geconcludeerd dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden door niet te melden dat hij feitelijk niet op het uitkeringsadres woonde. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder het waterverbruik op het uitkeringsadres, dat extreem laag was, en de verklaringen van appellant en zijn buren. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht de intrekking van de uitkeringen en de terugvordering heeft bevestigd, en dat de appellant niet in zijn belangen is geschaad door het ontbreken van een onderscheid tussen de WIJ en de WWB in het bestreden besluit. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.