Uitspraak
26 september 2013, 13/2900 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
Naar vaste rechtspraak van de Raad, bijvoorbeeld de uitspraak van 17 augustus 2012 ECLI:NL:CRVB:2012:BX4920, kan van een bijzonder geval in de zin van artikel 35, tweede lid, van de WAO, sprake zijn, indien de betrokken verzekerde wat de verlate aanvraag betreft redelijkerwijs gesproken niet kan worden geacht in verzuim te zijn geweest. Dat zal onder meer het geval zijn, indien de verzekerde - mede als gevolg van zijn medische situatie - het aan inzicht in de ernst, de aard en de duurzaamheid van zijn met name psychische problematiek heeft ontbroken en om die reden heeft nagelaten eerder een aanvraag in te dienen, tenzij van een zeer nauw bij de verzekerde betrokken persoon kon en mocht worden verwacht dat die bij het Uwv melding zou hebben gemaakt van bij betrokkene toegenomen arbeidsongeschiktheid dan wel om die reden een aanvraag om een arbeidsongeschiktheidsuitkering zou hebben ingediend.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 24 april 2013 (bestreden besluit I) gegrond;
- vernietigt het besluit van 24 april 2013 (bestreden besluit I) voor zover daarbij het bezwaar tegen het toekenningsbesluit 29 januari 2013 (primaire besluit III) ongegrond is verklaard en voor zover de bezwaren ten aanzien van het besluit van 12 maart 2012 (primaire besluit I) en ten aanzien van het besluit van 11 december 2012 (primaire besluit II) ongegrond zijn verklaard;
- verklaart het bezwaar tegen het besluit van 12 maart 2012 (primaire besluit I) en het bezwaar tegen het besluit van 11 december 2012 (primaire besluit II) niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 16 februari 2015 (bestreden besluit II) ongegrond;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in beroep (€ 44,-) en in hoger beroep betaalde griffierecht (€ 118,-) van in totaal € 162,- vergoedt.