ECLI:NL:CRVB:2012:BY5827
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake sociale zekerheidswetgeving
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 december 2012 uitspraak gedaan in het verzet tegen een eerdere beslissing van de Raad van 19 juni 2012. De zaak betreft een hoger beroep dat niet-ontvankelijk was verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. De appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.C. de Jonge, heeft verzet aangetekend tegen deze niet-ontvankelijk verklaring. De zitting ter behandeling van het verzet vond plaats op 17 september 2012, waarbij het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen niet aanwezig was.
De Raad heeft overwogen dat de termijn voor het indienen van het hogerberoepschrift is aangevangen op 3 maart 2012, de dag na de bekendmaking van de aangevallen uitspraak door de rechtbank Rotterdam. De termijn voor het indienen van het hogerberoepschrift bedraagt zes weken, wat betekent dat deze eindigt op 14 april 2012. De gemachtigde van appellante heeft betoogd dat het hogerberoepschrift tijdig is ingediend, maar de Raad heeft deze stelling verworpen. De Raad heeft vastgesteld dat de termijn eindigt op 13 april 2012 om 23:59 uur, en dat het ingediende hogerberoepschrift op 16 april 2012 is ontvangen, wat te laat is.
De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en H.C.P. Venema en M.F. Wagner als leden, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven. De beslissing is openbaar uitgesproken op 10 december 2012.