ECLI:NL:CRVB:2024:2328
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens te late indiening
Op 27 november 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/2509 PW-V. Het hoger beroep van de appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 10 juli 2023 werd eerder niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De appellant heeft hiertegen verzet aangetekend, dat op 16 oktober 2024 werd behandeld. De gemachtigde van de appellant voerde aan dat de termijn voor het indienen van het hoger beroep pas begon te lopen na de feitelijke bekendmaking van de uitspraak, die op 17 juli 2023 zou zijn ontvangen. De gemachtigde stelde dat de beroepstermijn tot 28 augustus 2023 zou moeten lopen, maar de Raad oordeelde dat de termijn daadwerkelijk begon op 15 juli 2023, de dag na de verzending van de uitspraak door de rechtbank. De Raad benadrukte dat de gemachtigde, als professionele vertegenwoordiger, bekend moet zijn met de regels omtrent de aanvang en afloop van de beroepstermijn. De argumenten van de gemachtigde, dat hij afhankelijk was van de betrokkene en dat de bewindvoerder niet altijd bereikbaar was, werden niet als voldoende geacht om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. De Raad verklaarde het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.