ECLI:NL:CRVB:2016:1129
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over dagloonregels werknemersverzekeringen en de toepassing van de dagloongarantie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een geschil tussen Stichting X. en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de toepassing van de dagloonregels in het kader van de Werkloosheidswet (WW). Appellante, Stichting X., heeft hoger beroep ingesteld tegen de besluiten van het Uwv die betrekking hebben op de WW-uitkering van werkneemster, die eerder in dienst was bij Stichting Y. en later bij Stichting X. heeft gewerkt.
De Raad oordeelt dat er geen wettelijke basis is voor de door appellante voorgestane splitsing van het gemiddeld aantal arbeidsuren (GAA). De Raad bevestigt dat de termijn van 36 maanden voor de dagloongarantie is gaan lopen op 1 augustus 2009, en dat het einde van de dienstbetrekking van werkneemster met Stichting X. op 31 juli 2012 binnen deze termijn valt. Hierdoor is de toepassing van de dagloongarantie door het Uwv terecht geweest. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellante ongegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de dagloonregels en de voorwaarden waaronder de dagloongarantie van toepassing is. De Raad heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.