ECLI:NL:CRVB:2008:BC2897
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- J.N.A. Bootsma
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor tandheelkundige behandeling en schadevergoeding bij VGZ Zorgverzekeraar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, waarin de rechtbank het beroep van appellant niet-ontvankelijk heeft verklaard. Appellant had aanvankelijk toestemming gevraagd aan VGZ Zorgverzekeraar NV voor een tandheelkundige behandeling, maar deze aanvraag werd afgewezen. Na een nieuw besluit van VGZ, waarin alsnog toestemming werd gegeven, stelde de Raad vast dat het procesbelang van appellant bij de beoordeling van het eerdere besluit was komen te vervallen. Desondanks kan er sprake zijn van een actueel procesbelang indien appellant schade heeft geleden door de eerdere besluitvorming en een uitspraak van de Raad wenst met het oog op een eventuele schadevergoeding.
De Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het beroep van appellant niet-ontvankelijk is. Appellant had in de zitting aangegeven dat hij schade heeft geleden door de langdurige kwestie met betrekking tot zijn tandheelkundige situatie, maar deze schade is niet direct te relateren aan de besluiten van VGZ. De Raad benadrukt dat het verzoek om schadevergoeding door appellant ter zitting is ingetrokken en dat VGZ in het nieuwe besluit aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen. Hierdoor is er geen geschil meer over het bestreden besluit, en heeft appellant geen procesbelang meer bij een beoordeling van zijn beroep. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.