In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 31 augustus 2021, werd het beroep van [naam 1] B.V. gegrond verklaard. De appellante had een aanvraag ingediend voor subsidie op basis van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL), maar deze was door de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat afgewezen. De staatssecretaris had de startdatum van de activiteiten van appellante vastgesteld op de datum van inschrijving in het handelsregister, 6 december 2019, en niet op de datum waarop appellante daadwerkelijk haar activiteiten begon, namelijk 17 februari 2020. Het College oordeelde dat de staatssecretaris ten onrechte de inschrijfdatum als startdatum had gehanteerd, aangezien appellante pas na het verkrijgen van de benodigde vergunningen op 17 februari 2020 haar activiteiten kon starten. Het College vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van appellante, vastgesteld op € 1.496,-.