In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 1 november 2022, zaaknummer 21/1518, is de afwijzing van een subsidieaanvraag door de minister van Economische Zaken en Klimaat aan de orde. De appellante, Verhuurservice Arnhem B.V., had een aanvraag ingediend voor een subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten startende MKB-ondernemingen COVID-19 (SVL) voor het eerste kwartaal van 2021. De aanvraag werd afgewezen omdat de inschrijfdatum van de appellante in het handelsregister, 7 juli 2020, niet viel binnen de vereiste periode van 1 oktober 2019 tot en met 30 juni 2020. De appellante voerde aan dat de afwijzing onterecht was, omdat zij afhankelijk was van de snelheid van de notaris en dat zij feitelijk al activiteiten had verricht vanaf 19 juni 2020. Het College oordeelde echter dat de inschrijfdatum in het handelsregister bepalend is voor de toekenning van de subsidie en dat de SVL geen ruimte biedt voor een hardheidsclausule. De appellante viel buiten het toepassingsbereik van de SVL, en het College verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de inschrijfdatum in het handelsregister voor de beoordeling van subsidieaanvragen onder de SVL.