ECLI:NL:CBB:2021:334
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel en de gevolgen voor melkveehouders
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 23 maart 2021, zaaknummer 19/1749, staat de toepassing van de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel centraal. Appellante, een maatschap die een melkveehouderij exploiteert, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin het fosfaatrecht van appellante is vastgesteld op 4.283 kg. De minister heeft de knelgevallenregeling niet op appellante van toepassing verklaard, omdat zij niet voldeed aan de 5%-drempel. Appellante betoogt dat de minister een onjuiste uitleg hanteert van de knelgevallenregeling en dat er sprake is van rechtsongelijkheid en een individuele en buitensporige last. Het College oordeelt dat de knelgevallenregeling correct is toegepast en dat de keuze van de wetgever om geen uitzondering te maken voor appellante niet ontoelaatbaar is. De investeringsbeslissingen van appellante worden als niet navolgbaar beschouwd, gezien het tijdstip van de investeringen en de afschaffing van het melkquotum. Het College concludeert dat het beroep ongegrond is, en dat de belangen van het milieu en de volksgezondheid zwaarder wegen dan de belangen van appellante.