In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) op 20 oktober 2020, wordt de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opgedragen om inzicht te geven in de opbouw van de tarieven die aan slachthuizen in rekening worden gebracht voor controles bij vleeskeuringen. De uitspraak volgt op procedures van verschillende slachthuizen die bezwaar maakten tegen deze tarieven. Het CBb oordeelt dat zonder inzicht in de kostenstructuur, niet kan worden beoordeeld of de tarieven voldoen aan de Europese regelgeving. Eerder had het CBb al vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie over de toelaatbaarheid van het doorberekenen van kosten voor personeel dat niet direct betrokken is bij de controles. Het Hof bevestigde dat bepaalde kosten niet doorberekend mogen worden, zoals de kosten voor interne opleidingen van dierenartsen en assistenten. De minister moet nu binnen 26 weken nieuwe besluiten nemen op de bezwaren van de slachthuizen. Het CBb benadrukt dat in honderden soortgelijke zaken ook nieuwe besluiten moeten worden genomen, waarvoor de minister 52 weken de tijd krijgt. De uitspraak onderstreept de noodzaak van transparantie in de kostenstructuur van de tarieven voor officiële controles, in lijn met de Europese regelgeving.