Op 18 mei 2021 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een zaak tussen [naam 1] B.V. en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellanten hebben beroep ingesteld tegen meerdere besluiten op bezwaar van de minister over gehanteerde tarieven voor officiële keuringen in slachthuizen. Met toestemming van partijen is afgezien van een behandeling ter zitting, waarna het College het onderzoek heeft gesloten op basis van artikel 8:57, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Meerdere belanghebbenden hebben in 2017 ongeveer 400 beroepen ingediend, die allemaal betrekking hebben op dezelfde materie. Tijdens een regiezitting zijn achttien beroepen geselecteerd als pilotzaken, die op 30 november 2017 zijn behandeld. Deze zaken zijn vervolgens met verwijzingsuitspraken van 17 juli 2018 naar het Hof van Justitie van de Europese Unie verwezen. Het Hof heeft op 19 december 2019 de prejudiciële vragen beantwoord. De pilotzaken zijn opnieuw behandeld op 17 juli 2020, waarna het College op 20 oktober 2020 einduitspraak heeft gedaan, waarbij de beroepen gegrond zijn verklaard en de bestreden besluiten zijn vernietigd.
De beroepen in de onderhavige zaken zijn in dezelfde periode ingediend en de geschilpunten komen overeen met die in de pilotzaken. Het College heeft daarom de overwegingen uit de einduitspraak van 20 oktober 2020 overgenomen. Het College heeft de beroepen gegrond verklaard, de bestreden besluiten vernietigd en de minister opgedragen nieuwe besluiten op bezwaar te nemen. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van de appellanten, vastgesteld op € 1.335,-.