ECLI:NL:CBB:2016:364
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag ontheffing netbeheerder en formele rechtskracht van besluiten in privaatrechtelijke verhoudingen
In de zaak tussen Oxea Nederland B.V. (Oxea) en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 8 november 2016 uitspraak gedaan. Oxea heeft beroep ingesteld tegen een besluit van ACM van 13 november 2015, waarin de aanvraag van BP Europe SE (BP) voor een ontheffing om een netbeheerder aan te wijzen voor een gesloten distributiesysteem te Amsterdam werd afgewezen. Oxea, als afnemer van het systeem, was het eens met de afwijzing, maar betwistte de redenering van ACM, met name de afbakening van het net. Het College heeft de procedure behandeld, waarbij ook Liander N.V. als derde-partij betrokken was.
Tijdens de zitting op 27 september 2016 is het onderzoek afgerond. Het College overwoog dat een besluit met formele rechtskracht zowel naar inhoud als wijze van totstandkoming rechtmatig moet zijn. Dit besluit legt de rechtsbetrekking tussen overheid en belanghebbenden vast, maar de redenering van het bestuursorgaan heeft geen bindende werking in privaatrechtelijke verhoudingen. De Brummenleer, die betrekking heeft op het gezag van gewijsde van rechterlijke oordelen, is niet van toepassing op de door ACM gevolgde redenering.
Het College concludeerde dat Oxea geen belang had bij de procedure en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de rechters R.C. Stam, R.W.L. Koopmans en J.A. Hagen, met griffier P.M. Beishuizen aanwezig.