Uitspraak
Datum uitspraak: 8 februari 2023
AFDELINGBESTUURSRECHTSPRAAK
voorzitter
Raad van State
In deze uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 8 februari 2023, wordt de nareismaatregel van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De staatssecretaris had in een besluit van 18 oktober 2022 een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor vreemdelingen ingewilligd, maar bepaald dat zij pas vanaf 18 april 2023 een afspraak konden maken om hun mvv-sticker af te halen. De rechtbank Den Haag had deze bepaling vernietigd, en de staatssecretaris ging in hoger beroep. De Afdeling oordeelt dat de nareismaatregel in strijd is met zowel het Nederlandse recht als het recht van de Europese Unie. De Afdeling stelt vast dat er geen wettelijke basis is voor de nareismaatregel, die een wachttijd van zes maanden introduceert voor het ophalen van de mvv-sticker. Dit is in strijd met de Vreemdelingenwet 2000, die een termijn van drie maanden voorschrijft. Bovendien is de maatregel in strijd met de Gezinsherenigingsrichtlijn, die vereist dat gezinsleden onmiddellijk toegang moeten krijgen na inwilliging van de aanvraag. De staatssecretaris kan deze schendingen niet rechtvaardigen door te verwijzen naar de situatie in de asielopvang, aangezien de maatregel niet noodzakelijk of geschikt is om de problemen in de opvang op te lossen. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.