ECLI:NL:RVS:2023:3349
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening tijdelijke bescherming vreemdeling op grond van Richtlijn Tijdelijke Bescherming
Op 1 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die bescherming geniet op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 3 juli 2023 besloten dat het recht op bescherming van de vreemdeling op 4 september 2023 zou eindigen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 9 augustus 2023 het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft de vreemdeling de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij behandeld zou worden alsof het recht op tijdelijke bescherming van toepassing blijft.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er in recente uitspraken van bestuursrechters in verschillende zittingsplaatsen van de rechtbank Den Haag uiteenlopende oordelen zijn gegeven over de beëindiging van de tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne. Gezien de verschillende juridische argumentaties en de belangen van zowel de vreemdeling als de staatssecretaris, heeft de voorzieningenrechter besloten om een voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdeling voorlopig wordt behandeld alsof het recht op tijdelijke bescherming nog van toepassing is, zonder vooruit te lopen op het eindoordeel van de Afdeling.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in verband met de behandeling van het verzoek zijn gemaakt. De totale kosten bedragen € 837,00, welke geheel zijn toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 1 september 2023.